Generatietheorieën

4 generaties volgens Becker

De Nederlandse Socioloog Henk Becker definieert generaties als:
een clustering van cohorten die gekenmerkt worden door een specifieke historische ligging en door gemeenschappelijke kenmerken op individueel en gemeenschappelijk niveau.

Hij deelde de generaties in op basis van hun 15 geboortejaren: de Protestgeneratie (geboren in de periode 1940-1955, de Verloren generatie (geboren in de periode 1956-1970), de Pragmatische generatie (geboren in de periode 1970-1985) en de Grenzeloze generatie (geboren in de periode 1985-2000). Omwille van de herkenbaarheid in Vlaanderen gebruiken we voor de generatiebril volgende benamingen:

  • de Babyboomers (geboren in de periode 1940-1955),
  • de Generatie X (geboren in de periode 1956-1970),
  • de Pragmatische generatie (geboren in de periode 1970-1985) en
  • de Generatie Y (geboren in de periode 1985-2000)

Generaties volgens Mannheim

Mannheims generatieconcept vertoont gelijkenissen aan het concept ‘klasse’ van Weber. Voor Weber is de economische achtergrond bepalend of je al dan niet tot een sociale klasse gaat horen. Bij Mannheim bepaalt de generatielocatie (geboren worden in dezelfde periode) de mogelijkheid tot het ontstaan van generaties. Maar om een generatie te worden is generatiesamenhang noodzakelijk. Die generatiesamenhang wordt vanuit het begrip ‘entelechie’ uitgelegd. De generatie-entelechie is een raamwerk van opvattingen, inzichten en oriëntaties, het is een gedeelde bestemming, die het collectief en individueel handelen van een generatie bepaalt. De generatie-eenheid vormt de derde voorwaarde voor het ontstaan van generaties. Generatie-eenheden zijn de groepen die ontstaan vanuit een gedeelde reacties op de wereld en maatschappij.

Generaties en leeftijdsfasen

Volgens Aart Bontekoning zijn generaties onlosmakelijk verbonden aan de levensfase waarin de generaties zich bevinden en de sociale rol die aan deze levensfase verbonden is.
Iedere generatie is de nieuwe generatie in haar volgende levensfase. Zo vormen zich (elke 15 jaar = generatiewisseling) nieuwe generaties senioren, leiders, medioren en junioren. Dat brengt vernieuwingen van een (bedrijfs)cultuur – de collectieve werkintelligentie – met zich mee, waarbij alle generaties zijn betrokken.
Als de vernieuwing van een generatie wordt geremd daalt de werkenergie en de stemming. Als de vernieuwing van een nieuwe generatie wordt gesteund (door de andere generaties) stijgt de werkenergie en de stemming.

Effecten generatiewisseling

Soorten generatie-effecten volgens Miet Timmers

De Vlaamse generatiedeskundige Miet Timmers omschrijft hoe ‘tijd’ effect heeft op wie we zijn als generatie en als persoon. De tijdsgeest beïnvloedt ons denken, onze leeftijd brengt steeds nieuwe uitdagingen met zich mee en duwt ons in verschillende sociale rollen. We kunnen dus spreken van drie ‘soorten’ generatie-effecten.

Angelsaksische generatie-indelingen

In heel wat Engelstalige managementliteratuur wordt verwezen naar de indeling van Howe en Strauss. Volgens hun theorie omvat een generatie een groep van mensen van ongeveer bij de 20 geboortejaren. In hun historisch onderzoek beschrijven ze patronen, archetypes in generaties, die mee bepalen wat de identiteit is van een generatie.

  • Baby Boom Generation (1943-1960)
  • Generation X (1961-1981)
  • Millennial Generation (1982-2004)
  • Homeland Generation (2005-2025)

Over het project

Bronnen

Adriaansen, R.-J. (2011). Generaties, herinnering en historiciteit. Tijdschrift voor Geschiedenis, 124(2), 220-237.
Becker, H. A. (1992). Generaties en hun kansen. Amsterdam: Meulenhoff.
Bontekoning, A. (2007). Generaties in organisaties. Een onderzoek naar generatieverschillen en de effecten daarvan op de ontwikkelingen van organisaties. (PhD), Universiteit Utrecht, Ridderkerk.
Bontekoning, A. (2010). Het generatieraadsel. Ontdek de kracht van generaties. Amsterdam: Mediawerf Uitgevers.
Howe, N., & Strauss, W. (2007). The next 20 years: How customer and workforce attitudes will evolve. Harvard Business Review, 85(7-8), 41-+.
Mannheim, K. (1928). Das Problem der Generationen. Kölner Vierteljahrshefte für Soziologie, 7, 157-185.
Timmers, M. (2012). Wat zijn “generaties”. Retrieved 15/04/2013, from http://generatielink.artisteer.net/wat-zijn-generaties/